Nico Borgman 65 jaar partijlid

8 oktober 2014

Deze maand is het 65 jaar geleden dat de toen 18-jarige Aalsmeerdeer Nico Borgman lid werd van een politieke partij. Het gezin Borgman behoorde tot de Rode Familie en dat de jonge Nico dan ook lid zou worden van de Partij van de Arbeid lag voor de hand.
Gijs Borgman, zijn vader, speelde een belangrijke rol in het verzet en gedurende de Tweede Wereldoorlog vonden Joodse bloemenhandelaren, met wie Borgman Sr. als veilingmeester op de CAV in aanraking kwam, altijd een warm ontvangst.
Het vormde Nico’s levenshouding, zo zei hij.
Na de plaatselijke Uloschool en een opleiding als analist werkte Nico Borgman korte tijd bij Shell om daarna in dienst te komen bij zijn vader, die inmiddels een bloemenhandel was begonnen en dagelijks in een groot deel van ons land diverse bloemenwinkels beleverde.
Later werden daarnaast kwekerijen in Aalsmeer en Rijsenhout gekocht en werkte Borgman Sr.en Jr. gezamenlijk in het bedrijf dat uitgroeide tot een middelgroot exportbedrijf.
In 1963 trad hij toe tot de gemeenteraad als opvolgster voor mevrouw Rudi de Haan. Van 1974 tot 1982 was Borgman fractievoorzitter en van 1982 tot 1994 was hij wethouder.

Plezierige tijd

Borgman zegt terug te kijken op een plezierige tijd, waarin veel gebeurde en met warmte noemt hij zijn mede-wethouders Boom, Heemskerk en Verschueren.
In zijn portefeuille had Borgman onder meer Onderwijs, Emancipatie en Jeugd-en Jongerenwerk en hij zegt trots te zijn op het feit dat halverwege de jaren’80 als gemeente genomineerd te zijn voor het beste jongerenbeleid, waarbij landelijk de derde plaats werd behaald.
Nauw betrokken was Borgman ook bij de totstandkoming van de Historische Tuin . Ook andere initiatieven komen op zijn conto zoals de vereniging Oud Aalsmeer waarvan hij 15 jaar voorzitter was. Ook voor de Stichting Bovenlanden zet hij zich in. Sinds 1994 is hij voorzitter van deze Stichting.
Dit jaar is Borgman 65 jaar lid van de Partij van de Arbeid. Op zaterdag 11 oktober zal op de Historische tuin hieraan aandacht worden geschonken.

Lenie Paul